Zijn wij kuddedieren? Voor wie het antwoord nog niet wist: ja. Maar zúlke kuddedieren als dansgezelschap Vloeistof ons gisteravond probeerde duidelijk te maken? Blijkbaar wel. Met die wetenschap is het bijna beangstigend te zien waar dat kuddedier-zijn toe kan leiden: frustratie, afgestomptheid, onmacht en ontreddering. En waarschijnlijk nog veel meer.
Vloeistof, in de personen van Anja Reinhardt en Yuri Bongers bracht in Theater De Nieuwe Vorst 'Betonhotel in première. Het duet handelt over identiteit van mensen. Om preciezer te zijn: hoe mensen in deze moderne tijd steeds meer op elkaar gaan, maar vooral willen lijken. Hun identiteit afleggen. 'Betonhotel' begint enigszins bevreemdend als de twee uitvoerders met dozen op hun hoofd het podium betreden. Op de dozen zijn foto's geplakt van Anja Reinhardt. Beiden zijn zodoende een persoon. De manier waarop zij bewegen is afgebakend. Maar niet alleen hun bewegingen zijn hetzelfde, ook wat zij tegen elkaar zeggen. En als dan na korte tijd hun uniforme bewegingstaal even wordt onderbroken, slaat de ontreddering onverbiddelijk toe. Logisch natuurlijk, want als je afwijkt van de ander, wat moet je dan?
'Betonhotel' is een spiegel van alledaagse menselijkheden. Die spiegel wordt regelmatig opgepoetst met merkwaardige humor. Zoals wanneer Yuri Bongers met een rijdbare koffer het podium opkomt, Anja Reinhardt erin kruipt en met de dichtgeritste trolley aan de rol gaat. Hij kan niet achterblijven en zoekt met een reistas over zijn hoofd, tastend zijn weg. Deze nieuwste productie van Vloeistof is confronterend, slim en knap in elkaar gestoken. Jammer is dat de eenvormigheid van het onderwerp nog niet terugkomt in de dans. Als je met tweeen een persoon wilt uitbeelden, moet dat wel spatgelijk gebeuren. Het slot van 'Betonhotel' is fascinerend. Een beeld dat je niet snel loslaat. Waar de twee als gedrilde soldaten door het leven gaan - en als dat even niet gebeurt, zich aan elkaar ergeren - vinden zij elkaar tenslotte. Aarzelend betasten ze elkaar, doen onhandige pogingen elkaar vast te houden. Want dat is natuurlijk ook een kenmerk van kuddedieren: je kunt niet zonder elkaar. Als dan langzaam het toneellicht dooft, blijf je achter met een brok in je keel: van pure ontroering. Prachtig gevonden in de kille wereld van niet meer bestaande individuen.